Pierre Alechinsky

Alechinsky combineerde meerdere technieken in zijn werk. Zo combineerde hij aquarel en schetsen. Zijn werk werd in de tweede helft van de jaren 50 trouwens meer bewogen. Hij bracht zijn verf ook steeds dikker op het doek aan. Zijn doeken werden bedekt met massa’s verf in groene, blauwe, witte en grijze tinten. Zo bereikte zijn werk in de laten jaren 50 een grotere vrijheid (zowel in vorm als in kleur) en verschijnen er ook fabelwezens in zijn werken.

Karel J. Geirlandt schreef in zijn uitgebreide artikel het volgende over Alechinsky’s kunst:

“Welke zijn de kenmerken van zijn kunst ? Vooreerst een handschrift dat zich over het doek beweegt zoals een horzel tegen een glasraam. De lijn bepaalt het verloop van het gebeuren en bevestigt de prioriteit van de tekening. Alechinsky is een uitzonderlijk tekenaar die met penseel of ganzeveer en inkt wonderen verricht van teken- en vertelkunst. Er is bij hem iets van een cartoonist en van een meester in het schrijven van ondeugende en olijke kortverhalen. Titels als Ik herinner mij zeer goed, Ga een doosje lucifers voor me halen, Alsof het zo gewichtig is, Kerel ik zeg het nooit anders, dat is allemaal abstracte schilderkunst, Schrijf het woord leeuw wijzen op zijn humor en op zijn Latijnse voorliefde voor de boutade, het jeu de mots, de calembour, de saillie, het quidproquo enz. Als vanzelfsprekend wordt de inkt van het geschrift het uitverkoren middel voor de tekening, zoals uit de voorliefde voor de tekening het verlangen ontstaat ‘te schilderen zoals ik teken’. Zijn inktschilderingen op gekreukt papier behoren tot het heerlijkste uit zijn oeuvre. Inkt en kleur vindt men verbonden in zijn evocatie van ‘Violet : herinneringen aan de school. De inktpot gelijk met de rand van de lessenaar, zijn geur, zijn viezigheid’. Terloops : Alechinsky is linkshandig, hij leerde op school met de rechterhand schrijven. Is de tekening de weerwraak van de linkerhand op het onbeholpen handschrift van de rechterhand ? Een commentaar van Alechinsky overtuigt ons van de vreugde die het tekenen hem bezorgt : ‘Een vlek, een lijn ontpopt zich als een gedrocht, met opengesperde muil en een tong die in een stukje calligrafie verandert’.

In 1955 verbleef Alechinsky in Japan en bestudeerde er de kalligrafie. Hij draaide daarover zelfs een film. Wat hem het meest trof was hun lichaamshouding tijdens het werk. Sindsdien legde hij papier of een doek op de grond en werkte gebogen staande over het werk. Daardoor waren zijn arm en hand volledig los en vrij in hun bewegingen. Een ander kenmerk van zijn werk is de ganzenbord-compositie. Daarin verdringen de figuren zich in de bochten van de kronkelende lijn. Zij verspreiden zich over het ganse oppervlak of omringen, zoals in zijn jongste werken, een centrale tekening. Tenslotte is het Ensor-palet typisch. Dat zijn de dunne verflaag, zijn transparante en frisse kleuren. Geirlandt schreef ook: “Deze commentaar heeft de nadruk gelegd op het speelse karakter van het werk. Het ware nochtans Alechinsky onrecht aandoen zijn oeuvre daartoe te beperken. Het dramatische en het komische verstrengelen zich in de groteske kunst van heden die een spiegelbeeld is van de huidige mens, ‘ein sinnliches Paradox, die Gestalt nàmlich einer Ungestalt, das Gesicht einer Gesichtslosen Welt’.

In 1965 schakelde hij over van olieverf- op acrylschildering, in combinatie met papier dat hij nadien maroufleert op doek. Met zijn eerste acrylschilderij, Central Park, nam hij trouwens deel aan de laatste tentoonstelling van de surrealisten. Vanaf dat ogenblik introduceerde hij ook de voor hem typische ‘getekende lijsten’: reeksen tekeningen die rondom het centrale werk aangebracht worden alsof het gaat om een stripverhaal met in het midden, als voorpagina, de kern, het onderwerp. In sommige werken werd die omlijsting zelfs belangrijker dan de titelpagina. Een aantal van zijn werken heeft zelfs geen titelpagina meer: het zijn collages van tientallen tekeningen.

Merkwaardig is ook – vanaf de late jaren 80 – de introductie van riooldeksels in zijn werk. Gewapend met papier trok hij de straat op en maakte een ‘doordruk’ van het deksel (zoals we als kind een muntstuk op papier doordrukten met een potlood), waarrond hij verder speelde en improviseerde. (bron wikipedia)

Toont alle 7 resultaten