Jaap Egmond

Het mysterie van echte kunst

“Als ik een nieuwe kunstenaar ontdek, ben ik eerst alleen met het werk bezig. Ik wil geen informatie krijgen van de kunsthandelaar. Straks hangt dat ding bij mij thuis ook zonder zijn verhaal, zonder dat hij ernaast staat”, denk ik dan. “Het gaat om de intuïtieve indruk die een werk maakt. De rationele verklaring komt later. Zo is het ook gegaan bij het werk van Jaap Egmond.”

In 1997 viel Verhoevens oog op een artikel in De Telegraaf over een expositie van Egmond in Mu- seum Het Rondeel in Rhenen. “Uit nieuwsgierigheid besloot ik erheen te gaan. Het was liefde op het eerste gezicht, ik kocht meteen vier werken. De composities deugden. Ondanks de mathematische uitgangspunten bezit het werk van Egmond ook het noodzakelijke mysterie van echte kunst. Later ben ik me verder gaan verdiepen in het werk en in de persoon Jaap Egmond.”

Een likje latex

Jaap Egmond (1913-1997) was een talentvol figuratief tekenaar en een begenadigd dichter en fotograaf bovendien. Na zijn studie aan het Rijksinstituut en opleiding van tekenleraren in het Rijksmuseum in Amsterdam – hij studeerde overigens tegelijkertijd piano aan het conservatorium – koos Egmond voor het lesgeven en het schrijven van lesboeken. Zijn schilder- en tekenspullen raakte hij niet meer aan…

Bijna dertig jaar duurde het voordat Egmond zijn weg terugvond als kunstenaar. Een periode die in het teken stond van de vraag welke richting hij op moest gaan en wat voor hem van belang zou zijn in de eigentijdse kunst. Het antwoord vond hij in de combinatie van wiskunde en beeldende kunst. Dat gegeven vertaalde hij naar abstract geometrische kunst – absolute eenvoud met een wiskundige achtergrond.
Rond 1968 begon Egmond met het maken van papierreliëfs. Op een vierkante ondergrond bracht hij kartonnen vlakjes aan die hij beplakte met krantenpapier en vervolgens overschilderde met spierwitte latexverf. Achterop een van de reliëfs noteerde hij welke Hema-verf hij had gebruikt. Egmond vond het geen probleem wanneer een eigenaar een stoffig of verkleurd reliëf zelf even zou opfrissen met een likje verf. Voor de witte pa- pierreliëfs is het spel van licht en schaduw essen- tieel. Het zorgt voor een schakering van tinten en maakt dat een compositie steeds varieert.

De kunst van een wiskundeformule

Egmonds papierreliëfs vertonen onmiskenbaar overeenkomsten – én worden vaak verward – met het werk van de Nederlandse Nul-beweging en in het bijzonder met dat van Jan Schoonhoven. Qua uitstraling, techniek en materiaalgebruik is het begrijpelijk. Het verschil schuilt hem in de ontstaanswijze. Schoonhoven ging uit van de intuïtie en zocht naar visuele schoonheid. Hij liet zijn werken ontstaan. Egmond daarentegen baseerde zich op heel andere ordeningsprincipes: wiskundige formules en berekeningen. Hij dacht alles van tevoren nauwgezet uit. Hoe hij te werk ging, is goed te zien in zijn bewaard gebleven ontwerpboeken. Zijn ideeën schetste hij op ruitjespapier. Pijltjes geven precies aan onder welke hoek de strookjes geplaatst moeten worden en in welke richting. De schetsen zijn kunstwerkjes op zichzelf!

Bezeten

In de jaren ‘70 nam Egmonds werk een vlucht. Hij ging exposeren, eerst in kunstzalen en galeries. In 1976 deed hij met leden van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers mee aan een grote expositie in het Stedelijk Museum in Amsterdam. De gemeente Amstelveen bood hem een lokaal aan in de voormalige lagere school aan de Dorpsstraat. Hier bracht hij al zijn vrije uren door. Bezeten was hij van zijn kunst. Hij raakte bevriend met de buren, de kunstenaars Jan Verschoor en Rob Brünnmayer. Zij kochten werk van hem en Verschoor en Egmond exposeerden samen. Jaren later nam Verschoor zijn intrek in het vroegere atelier van zijn goede vriend Egmond. Hij werkt er tot op de dag van vandaag.
Aan het begin van de jaren 80 ging Egmond zijn reliëfs uitvoeren in hout en ‘geborsteld’ roestvrij staal. Grote vrijstaande beelden werden het, ge- baseerd op wiskundig-geometrische principes. Maar ze bezitten ook een zekere speelsheid. Het licht reflecteert op de vlakjes, geeft ze een koude uitstraling of zet ze juist in een gouden gloed. Kleur was niet nodig. Egmond rekende zichzelf tot de ‘kleurlozen’. Pas aan het eind van zijn carrière kwam hij daarvan terug en ging hij kleurrijke schilderijen en muurschilderingen maken.

Verborgen schat

Jan Verhoeven heeft met al ‘zijn’ kunstenaars persoonlijk contact gehad. Jaap Egmond ontmoette hij in diens laatste levensjaar. Werken kon Egmond niet meer. “Zijn atelier werd al tijden niet gebruikt en moest worden leeggeruimd. Ik heb alles wat er in stond gekocht”, vertelt Verhoeven. “Egmonds werk is interessant en altijd van uit- zonderlijke kwaliteit. Hij is geliefd om zijn reliëfs. Daar zijn er niet zo veel van.” Een aantal werken uit Verhoevens collectie wordt nu te koop aangeboden bij Galerie des Amis in Woudrichem. Een lang verborgen gebleven schat wordt voor het eerst getoond. (bron Collect, Sandra van Berkum)

Toont alle 12 resultaten